Rechtspraak: Langdurige pacht door ontbreken overeenstemming duur

01 juli 2015

De rechtbank Noord-Nederland heeft op 7 januari 2015 een reguliere (langdurige) pachtovereenkomst toegewezen als gevolg van het ontbreken van overeenstemming tussen verpachter en pachter over de duur van de pacht. De pachtkamer heeft geoordeeld dat tussen partijen over de duur van de overeenkomst geen overeenstemming bestond en daarmee in feite al is gegeven dat van een geliberaliseerde pachtovereenkomst geen sprake kan zijn.

 

Situatie in het kort

Een provinciale natuurvereniging is eigenaar van percelen grond waarvoor met een agrarisch ondernemer in 2001 een geliberaliseerde pachtovereenkomst is gesloten voor één jaar. Deze overeenkomst is door de grondkamer goedgekeurd. De vereniging heeft nadien tot 2007 jaarlijks schriftelijk een geliberaliseerde pachtovereenkomst voor een duur van één jaar aangeboden aan de agrariër en in 2008, 2011 en in 2014 een overeenkomst voor drie jaren. De agrariër heeft geen van de aangeboden contracten getekend. Hij heeft de grond wel in gebruik gehouden en de nota’s voor het gebruik betaald. Omdat de agrariër weigert de pachtovereenkomsten te tekenen heeft de vereniging in 2014 gesteld dat het gebruik van de agrariër onrechtmatig is en hem verzocht het gebruik te beëindigen. De agrariër heeft de contracten niet ondertekend omdat hij continuïteit wilde in het gebruik van de percelen en dus niet akkoord ging met de korte duur. Volgens de agrariër is er sprake van reguliere pacht voor onbepaalde tijd omdat de vereniging het doorlopend gebruik heeft gedoogd en hij de pachtnota’s heeft betaald.

Geliberaliseerde pacht of reguliere pacht?

Het staat vast dat er tussen partijen een pachtverhouding is. Het is in de beoordeling van het geschil de vraag om wat voor pachtverhouding het gaat. De vereniging beroept zich op geliberaliseerde pacht (korte duur), de agrariër op reguliere pacht (lange duur). Zolang de pachtovereenkomst niet ter goedkeuring naar de grondkamer is ingezonden geldt volgens art 7:322 lid 1 BW de overeenkomst voor onbepaalde tijd.

Beslissing pachtkamer

De pachtkamer heeft geoordeeld dat tussen partijen over de duur van de overeenkomst geen overeenstemming bestond en daarmee in feite al gegeven is dat van een geliberaliseerde pachtovereenkomst geen sprake kan zijn. Dit leidt er toe dat het wettelijke reguliere regime op de verhouding tussen partijen van toepassing is en dat schriftelijke vastlegging zal plaatsvinden van een reguliere pachtovereenkomst. Volgens de vereniging heeft de agrariër misbruik gemaakt van de situatie door de aangeboden overeenkomsten nooit te tekenen. De pachtkamer oordeelde dat de vereniging dit had kunnen pareren door in een eerder stadium schriftelijke vastlegging te vorderen. Dat de vereniging de kwestie jarenlang op zijn beloop heeft gelaten en dat zij, tegen betaling, het gebruik door de agrariër heeft gedoogd heeft mede geleid tot het huidige oordeel.

De gehele uitspraak kunt u hier lezen.