Het staat als een paal boven water dat het pachtstelsel moet veranderen. Hoe het moet veranderen? Daarover zijn de meningen duidelijk verschillend. De Nederlandse vereniging van Rentmeesters (NVR) is voorstander dat de markt zijn werk doet, maar wil de huidige pachtvorm reguliere pacht in stand houden.
De NVR wil dat het huidige systeem van pachtnormen op de schop gaat. Het pachtnormenbesluit regelt dat de pachtprijs gebonden is aan maxima. Vooral de grote jaarlijkse schommelingen van de normen is de NVR een doorn in het oog. Nu worden de normen gebaseerd op het gemiddelde inkomen van de boer in de desbetreffende regio. Dat is volgens de NVR onredelijk, omdat goede ondernemers op slechte gronden met een goed inkomen als ‘beloning’ een hoge pachtprijs moet betalen. Omgekeerd geldt hetzelfde. Het is volgens de NVR onredelijk wanneer een verpachter een lage pacht ontvangt voor kwalitatief goede grond omdat de gebruiker het land niet goed gebruikt.
In het voorjaar presenteerde professor Willem Bruil het evaluatierapport met betrekking tot de pacht. Zijn uitgangspunt is dat pachters en verpachters zoveel mogelijk in staat moeten worden gesteld hun zaken onderling te regelen. Naar aanleiding van het evaluatierapport is een vertegenwoordiging van pachters en verpachters met elkaar in overleg gegaan waaruit een deelakkoord is ontstaan het ‘Akkoord van Spelderholt’.
Belangrijke onderdelen van het pachtakkoord zijn dat de reguliere pacht blijft maar dat de aanvangsprijs vrij wordt. Ook is het voorstel de pachtprijs jaarlijks te indexeren. Daartegenover wordt voor geliberaliseerde pacht en reguliere pacht voor korte duur een nieuwe pachtvorm geïntroduceerd de ‘Flexibele pacht’. In tegenstelling tot de huidige geliberaliseerde pacht wordt de pachtprijs voor flexibele pacht niet vrij maar komt te liggen beneden de gemiddelde pachtprijs voor reguliere pacht. Het deelakkoord is aan staatssecretaris Sharon Dijksma voorgelegd.
Op 15 oktober jl. heeft Staatssecretaris Dijksma in een brief de Tweede Kamer laten weten wat haar standpunt is over de pachtevaluatie. Dijksma volgt het uitgangspunt van Bruil dat pachters en verpachters zoveel mogelijk in staat moeten worden gesteld hun zaken onderling te regelen. Ze constateert dat door wettelijk vastgestelde maximum pachtprijzen er zeer weinig langdurige pachtovereenkomsten worden aangegaan. Mede daarom gaat ze in het deelakkoord mee over de vrije prijsvorming bij Nieuwe reguliere pacht, loopbaanpacht (gebouwen en los land voor min. 25 jaar), teeltpacht en hectare pacht. Bij flexibele pacht is de prijs ook vrij overeen te komen, maar kan pachter of verpachter achteraf de Grondkamer verzoeken de prijs te toetsen. Dijksma onderzoekt of deze toetsing nodig is. Ook gaat ze het overgangsrecht vorm geven.
Advies NVR:
Het advies van de NVR aan Dijksma is: Ander pachtnormensysteem, pachtprijs jaarlijks aanpassen aan inflatiecijfers. Berekening pachtprijs agrarische woningen, conform geldende puntenwaardering burgerwoningen en bedrijfsgebouwen op basis van stichtingskosten, doelmatigheid en staat van onderhoud. Laat de markt zijn werk doen: Pachters en verpachters zelf prijs en duur pacht laten bepalen. Continuatierecht in stand houden bij bestaande contracten. Invoering onbeperkte termijn geliberaliseerde pacht zonder prijstoetsing. Taken grondkamers beperken, omdat volstaan kan worden met één grondkamer, welke vergelijkbaar is met een Huurcommissie. Invoering pachtopzegging als pachter recht heeft op AOW-uitkering. Invoering geliberaliseerde verpachtingen van alle agrarische gebouwen.